Komkommersoort Kleindochter (F1)
De kleindochter is een hybride van een vroegrijpe komkommer. Ontworpen voor teelt in open en beschermde grond (broeikassen en kassen). In 2009 werd het opgenomen in het staatsregister van de Russische Federatie voor de regio Oost-Siberië (regio Irkoetsk, Krasnojarsk en Trans-Baikal, de Republiek Sakha, Tyva, Khakassia en Boerjatië). Auteurs van het ras: E.I. Golovatskaya en M.G. Kudryavtsev.
De kleindochter is een parthenocarpe variëteit (vereist geen bestuiving door bijen), vrouwelijke bloeitype. Geschikt voor commerciële productie. De periode van ontkieming tot het begin van vruchtvorming is 38-40 dagen.
Planten zijn middelgroot, middelgroot vertakt, onbepaald (de groei van de wimper wordt niet beperkt door de bloemborstel). De bladeren zijn groen, middelgroot.
Zelentsy zijn ovaal-cilindrisch, met kleine knobbeltjes, kort (7 - 9 cm), met een gewicht van 65 - 80 gram; verhouding vruchtlengte tot diameter - 3,1: 1. De puberteit is dicht. De doornen zijn wit. De schil is groen aan de basis en lichtgroen aan de bovenkant, heeft een uitgesproken vlek en witte lengtestrepen (tot een derde van de vrucht is duidelijk afgetekend en wordt dan wazig). Het vruchtvlees is groenachtig, krokant, zonder bitterheid. De zaadkamer is klein. De opbrengst van verhandelbaar fruit is 374 - 469 c / ha, wat 53 - 91 c / ha hoger is dan die van standaardvariëteiten van Altai en KraanDe output van verhandelbare producten is hoog - 80 - 96%. Vruchtvorming op lange termijn.
De variëteit is universeel - het is zowel vers goed, en dankzij het compacte fruit onvervangbaar bij het zouten.
De hybride is resistent tegen de belangrijkste ziekten van komkommer - wortelrot, komkommermozaïekvirus, bruine vlek, echte meeldauw; tolerant voor peronosporosis. Bij het uitgroeien wordt de schil taai, dus pluk komkommers in het groene stadium.
Komkommer plus kleindochter: vroege rijpheid, uitstekende smaak, verkoopbaarheid, houdbaarheid.